Mama dagboek #28: oei… er wordt weer gesprongen
De groeibijbel is wat mij betreft een musthave voor iedere mom 2 be! Nu zijn er veel sceptische verhalen te vinden op het internet. Het zou allemaal maar onzin zijn. Nooit wetenschappelijk bewezen. Moeders die er niet in geloven omdat kindjes na een zogezegd sprongetje het rijtje aan vaardigheden beschreven in het boek lang niet allemaal meester zijn. Of niet huilen en hangerig zijn ten tijde van het in het boek geplande sprongtijdperk. Maar ik heb er nog steeds baat bij, zelfs nu na een jaar. Ja, natuurlijk klopt niet alles letterlijk wat in het boek staat. Ook zoonlief hier is zich niet altijd alle vaardigheden meester en springt niet altijd exact op die momenten dat de schrijvers Van de Rijt-Plooij & Plooij dit beschrijven. Maar gek genoeg kun je altijd redelijk de ontwikkelklok erop gelijk zetten als onze koekepeer weer eens zijn kont in de krib gooit en ander gedrag vertoont. Oké, hij ontwikkelt zich inderdaad, zoals zoveel mama’s al hebben geconcludeerd, continu en niet zozeer alleen op die momenten uit de Oei ik Groei bijbel. Het winkeltje van vaardigheden lijkt altijd geopend in koekeperenland en nieuwe vaardigheden volgen elkaar op de voet, zoveel is duidelijk. Maar meestal zo rond de in het boek beschreven tijdstippen, kan een week of twee verschil in zitten, is meneer weer hangeriger dan voorheen, wil niet eten, en slapen… dat is al helemaal een dingetje. Echt huilerig kan ik hem niet noemen overigens. Maar dat meneer anders doet….dat staat als een ontwikkelpaal boven water. Dus als we weer eens denken, my gosh, wat is er nu weer aan de hand…? Sla ik het babywoudlopershandboek er op na en kan ik negen van de tien keer concluderen; sprong nummer zoveel! Kind van het boekje denk ik.
Affin, de sprong van 55 weken dus. De winkel met de keten van handelingen. Wanneer je baby in staat is om hele reeksen van handelingen aan elkaar te koppelen als één gebeurtenis. Alarmbellen gingen rinkelen toen ik weer eens een kentering zag in zijn gedrag. En dat openbaart zich meestal, bij onze kleine vriend althans, in het feit dat doorslapen voorlopig weer even passé is. Ook inslapen is zo’n dingetje geworden. Wat overigens voor ons nog relatief nieuw is want daar had hij vooralsnog nooit moeite mee. Sterker nog, wanneer de kleine man zijn matras rook, vielen de oogjes eigenlijk al dicht. Nu dus niet meer. Zelfs na een extra verhaaltje of twee, is er van willen slapen nog geen enkel spoor te herkennen. Hoewel toch duidelijk zichtbaar is aan jeukende oortjes en prikkende oogjes dat de slaappietjes hun werk doen. Maar zodra mama of papa zijn of haar hielen licht, springen de oogjes wijd open en wordt een luidkeels gebrul ingezet. Neem dan het eten, gaat ook niet meer van een leien dakje. Steeds vaker weigert hij de fruithap, waarop we vervolgens al onze creativiteit uit de kast moeten halen om toch maar wat viesemientjes naar binnen te krijgen bij zoonlief. Wil hij ’s ochtends ineens weer een flesje, ondanks dar we toch al geruime tijd pap met een lepeltje uit een bordje eten. Kortom, meneer gooit zijn ontwikkelkont weer eens overduidelijk in de krib.
Nu is het zo dat wanneer ik bordjes op de tafel neerzet, slabbetje bij het koekepeertje om doe, pannen op tafel zet en zijn bordje vul, dat hij er zich wel degelijk van bewust is dat we gaan eten. Lijkt me toch best een keten van handelingen. Ook het riedeltje ‘klap eens in je handjes’ begint steeds meer vorm te krijgen. Waar er eerst alleen geklapt werd, worden nu ook de handjes op het hoofd gezet, af en toe zelfs in de lucht gegooid om over te gaan in een ‘zooo… varen de scheepjes voorbij’ gewieg. Wat hij vaak zelf al inzet met een geluid dat veel weg heeft van de ‘zooo….’ in ‘zooo… varen de scheepjes voorbij’. Ook loopt de koekepeer bijna, waggelt hij kleine stukjes zelf met een klein beetje ondersteuning van de zwaartekracht. En daar komt nog bij, het los staan. Ook zo’n vaardigheidje wat hij drukdoende oefent, balancerend op kromme pootjes wat meestal resulteert in een soms nog wat ongelukkige valpartij, maar wel met een trots gezicht.
Dus, het mag dan nooit bewezen zijn die theorie uit de Oei ik Groei bijbel, wij ouderen er wel bij. Gelukkig kan ik mezelf ten tijde van zo’n zogezegd sprongetje een beetje moed inpraten door te denken dat het slechts een fase is waar de kleine man door moet. En alle fases gaan gelukkig, tot nog toe, steeds weer een keer voorbij. Zal ook nu niet anders zijn, verwacht ik. Dus dat slapen en eten, dat komt wel weer. En dan, als het allemaal weer achter de rug is en de koekepeer weer doet wat hij moet doen, dan is meneer een dreumes, aldus het boekje. Hoera!
Ik kan het boek overigens echt aanraden aan alle moeders to be. Niet om je er op vast te binden, maar gewoon als een kleine ontwikkelleidraad. Het heeft mij zeker geholpen. Gewoon om wat meer inzicht te krijgen in de manier van ontwikkelen van zo’n kleintje. Het gaf de burgermama moed zullen we maar zeggen.