Wij hebben een grote hond. Zo’n eentje van het kaliber “wie laat nu wie uit?” Vorige week vertelde ik al wat over welke voordelen het hebben van kinderen en een hond met zich meebrengt. Maar waar voordelen zijn, zijn ook nadelen. Het hebben van kleine kinderen en een hond brengt namelijk ook de nodige ongemakken met zich mee. Ik zet vandaag de nadelen van kinderen en een hond voor je op een rij.
Lees ook: Kinderen en een hond: de voordelen
De nadelen van een hond en kinderen
#1 Een kind kan onverwachte bewegingen maken waarvan een hond kan schrikken
Kinderen doen meestal voordat ze denken. Het zijn de onverwachte bewegingen die kinderen maken, waarvan een hond kan schrikken. Onverwachts aaien, aan een staart trekken of uit nieuwsgierigheid in ogen prikken. Het is bijna niet te voorkomen, zeker niet wanneer je kleine kinderen in huis hebt. Daarom is het erg belangrijk om je kind nooit alleen met de hond te laten en wanneer je kind en de hond samen zijn, ze altijd goed in de gaten te houden.
#2 Een kind wordt makkelijker in de omgang met vreemde honden
Wanneer je thuis een hond hebt, is je kind gewend om met honden om te gaan. Het is fijn als je kind niet bang is voor andere honden, maar het is ook goed om ze te leren hoe om te gaan met vreemde honden. Niet iedere hond die je op straat tegenkomt, is immers zo benaderbaar als jullie eigen hond. Leer je kind daarom regels over de omgang met vreemde honden.
#3 Een hond heb je voor langere tijd
Een huisdier heb je niet voor eventjes. Een hond (of poes, of hamster of wat dan ook) kies je voor het hele leven van het dier en dat is meestal niet slechts enkele maanden. Aan een huisdier zit je dus jaren vast.
#4 De hond moet bij jou en de kinderen passen
Kies bewust voor een dier dat écht bij jou, je gezinsituatie, de omgeving en ook bij je kind past. Let bij de aanschaf van een hond goed op welk ras je kiest. Ga voor een hond die goed samen gaat met (kleine) kinderen. Er zijn namelijk ook rassen die minder goed passen in een gezin met (kleine) kinderen. En houd je niet van ellenlange wandelingen? Neem dan vooral geen hond die veel beweging nodig heeft. Wil je weten welke type hond geschikt is voor jouw gezin? Kijk dan eens op de website van het LICG.
#5 Een hond kost tijd en geld
Houd er rekening mee dat dieren geld kosten. De meest voorkomende kosten voor een hond zijn bijvoorbeeld: voeding (droogvoer en natvoer), verzorging ( shampoo, gebitsreiniging, ect.), benodigdheden (riemen, halsbanden, mand, speeltjes etc.), en medische verzorging (inentingen, ontwormingskuren en andere dierenarts kosten).
Bovendien kost een hond ook tijd. Het dier moet regelmatig uit en niet alleen om zijn behoefte doen. Een hond heeft beweging nodig en aandacht. Daarnaast moet je altijd ervoor zorgen dat de hond wordt uitgelaten, wanneer daartoe niet in de gelegenheid bent. Ook wanneer je op vakantie gaat, moet je zorgen voor oppas. Dit kan uiteraard een bekende zijn, maar ook een dierenpension, wat dan natuurlijk weer de nodige kosten met zich meebrengt.
#6 Een kind moet (nog) leren om voor een hond te zorgen
Wanneer je voor het eerst een dier in huis haalt, dan weet je kind (nog) niet goed hoe het voor het dier moet zorgen. Begeleid je kind hier langzaam in. Onthoudt dat jij als ouder daltijd de eindverantwoordelijkheid draagt voor de verzorging van het dier.
Kinderen en een hond, voors versus tegens
Naast dat er dus een hoop voordelen zijn aan het hebben van kinderen en een hond, zijn er dus ook enkele nadelen. Of eigenlijk zijn het niet eens echt nadelen, maar meer zaken waarop je goed moet letten voordat je een hond of ander huisdier in huis haalt. Want een hond of een huidier neem je niet zomaar even. Maak daarom een weloverwogen keuze en ga niet over één nacht ijs.
Maar als je mij vraagt of de voordelen van het hebben van kinderen en een hond, opwegen tegen de nadelen? Dan kan ik eigenlijk alleen maar afsluiten met volmondig ja. Want ‘in the end’ is het hebben van kinderen en een hond in huis bijzonder gezellig.
Had of heb jij een hond of ander huisdier in huis, terwijl je kinderen klein zijn? Hoe ging / gaat dat?