Ik postte er al een sneak peak over op Instagram, dat de blog eraan zou komen. Want dat ik hier een blog over MOEST schrijven werd meteen duidelijk toen we nog geen centimeter binnen waren. Wij gingen naar één van de grootste campings van Italië. Lees je mee met wat ik hiervan vond?
In andere blogs zal ik je trouwens wat vertellen over de rest van onze allereerste gezinsvakantie naar het zuiden des Europa. Want wij reden met 2 kleine blagen op de achterbank 1500 kilometer naar het midden van Italië. Met tussenstops in Duitsland en Noord-Italië reden we in 4 dagen naar zonnig en warm (zeg maar gerust heet trouwens) Toscane.
Wat lees je allemaal in dit artikel?
Grootste camping die ik ooit heb gezien
Terwijl ik dit blog typ, zit ik op de veranda van onze lodgetent, net 3 dagen op onze eindbestemming. Hoewel vakantie en een blog time-out, voelde ik toch de behoefte wat op ‘papier’ te zetten. Over onze vakantie naar de grootste camping die ik ooit heb gezien en hoogstwaarschijnlijk ooit ga zien. En groot is een understatement, echt waar. Toen we aankwamen wisten we namelijk werkelijk niet wat ons overkwam. Partnerlief verbaasde zich misschien nog wel het meest. Als rasechte kampeerder is hij aardig wat gewend, gaf hij te kennen, maar dit schouwspel was zelfs hem vreemd.
Droog en stoffig Toscane
Op de voorlopig laatste reisdag kwamen we van een camping aan het zonovergoten Lago Maggiore aan in het droge en stoffige Toscane. Want zo voelt dat altijd wanneer je uit het groene Noorden dit deel van Italië binnenrijdt. Het stof waaide ons letterlijk om de oren, het had er dan ook al in geen weken geregend. Moe van de reis en met 2 klagende blagen op de achterbank, konden we aan niets anders denken dan ons te nestelen op onze eindbestemming en in één van de zwembaden die de camping rijk beloofde te zijn. Toen we vlak voor de entree van de camping naar een bijgelegen stoffige parkeerplaats werden gesommeerd, kwamen we dus even lichtelijk bedrogen uit.
De Quest van inchecken
36 graden was het toen we aankwamen. Komend van een pittige 33 graden aan het Lago Maggoire, was dat toch nog schakelen. Badend in het zweet arriveerden we dan ook op de camping, waar we dus ver voor de ingang onze auto al moesten lozen. Auto’s rijen dik en bedolven onder het stof stonden kris kras door elkaar heen geparkeerd. Af en aan reden nieuwe auto’s de parkeerplaats op, op zoek naar een plekje. Ik reed braaf achter de meute aan in de hoop onze mega stationwagen ergens tussen te kunnen wringen. Overigens niet wetende dat de quest van het inchecken eigenlijk toen pas begon.
Een lange zit
De ingang van de camping betrof een eindje verder op. Een immens gebouw, zo groot als een flat, waar het zwart zag van de mensen. Werkelijk, een mierenhoop is er niks bij. We moesten een nummertje trekken, zo bleek. Op grote matrixborden die aan het gebouw hingen, knipperden de getallen langzaam voorbij. Ook ons nummertje zou daar op enig tijdstip tussen komen te staan. We wachtten, wachtten en wachtten, maar er leek geen eind aan te komen. Niets wat ook maar in de buurt kwam van ons nummertje verscheen op de borden. De temperatuur nam ongekende hoogtes aan en het stof zat inmiddels in elke porie van onze bleke huidjes. Het beloofde een lange zit te worden.
10 graden hoger en een uur wachten verder begon ons geduld aardig op te raken. Mijn tas sneed in mijn schouders, mijn kleren plakten aan mijn lijf en mijn nummertje was week van het zweet. Ongeduldig liep ik heen en weer naar de matrixborden om te zien of er toevallig op een ander bord wat stond dat leek op onze beurt. Ik zou het maar over het hoofd hebben gezien, sta je hier morgenochtend nog, dacht ik. De mensen bleven maar komen en zo ook de nummertjes. Je raadt het al, ons nummertje bleef opvallend in haar afwezigheid.
Lang genoeg gewacht
Tot ik opeens een Nederlandse stem hoorde, boven het geroezemoes van alle wachtende, met name, Italiaanse vakantiegangers, uit. “Zijn er hier ook mensen voor Roan (de reisorganisatie waarmee wij reisden)?” Meteen schoot ik in de startblokken om de Roanmedewerker achterna te hollen. Geen idee of ik ook echt aan de beurt was, maar ik vond dat we lang genoeg gewacht hadden. Ik wurmde mijzelf het gebouw binnen naar de betreffende balie (het waren er snel geteld 30 dus heel wat), waar het nog heter was als daarbuiten.
Eindelijk ingecheckt
Welgeteld anderhalf uur later waren we dan eindelijk ingecheckt en konden we onze auto van de stofdroge parkeerplaats halen om de camping op te rijden. We reden nietsvermoedend achter de meute aan het campingterrein op, toen onze monden zo mogelijk nog verder open vielen van verbazing. Verbazing die, zo bleek later, de komende dagen nog wel even aan zou houden. Ik wist dat deze camping groot zou zijn. Maar dat het zo immens was, dat had ik niet durven dromen. En of ik daar blij mee was, durf ik eigenlijk nu pas, een week nadat we weer terug zijn in Nederland, te zeggen.
Benieuwd naar het vervolg? Lees volgende week meer over onze gezinsvakantie naar Italië.