28 weken alweer. De tijd gaat snel en steeds sneller lijkt het wel. De bevalling die eens zo mijlen ver weg leek, kruipt dichterbij… Angst voor de bevalling? Dat heb ik gelukkig niet, de vorige twee bevallingen liepen afgezien van wat kleinigheidjes nogal gesmeerd namelijk. Maar het op tijd aankomen in het ziekenhuis, dat is wél iets waar ik zenuwachtig van wordt. Wonend in een dorp is het dichtstbijzijnde ziekenhuis namelijk een half uur rijden hier vandaan. Echter het academisch ziekenhuis waar ik wil bevallen, ligt op bijna een uur afstand van ons huis. Dat is niet echt naast de deur te noemen. Als de dood ben ik dan ook dat deze bevalling eindigt in een gevreesde stoplicht- of benzinepompbevalling. Ik moet er niet aan denken. “Waarom niet?” Met inmiddels 2 bevallingen achter de rug, zal ik vertellen waarom.
Bij de vorige twee zwangerschappen ben ik om verschillende redenen beide keren ingeleid. Een geruststellend idee vond ik zelf, want ik was immers al hoog, droog en veilig op de juiste plek. Thuis bevallen was al vanaf zwangerschap nummero 1 niet iets waar ik van droomde. Sommige vrouwen vinden het prachtig, in hun eigen vertrouwde omgeving, ik speel liever op safe. Er kan immers van alles misgaan tijdens een bevalling, maar evengoed ook daarna (wat we helaas zelf aan den lijve hebben ondervonden). Bovendien heb ik niet zo’n enorme behoefte aan dat gesmeer thuis (sorry voor mijn onromantische benadering). Dus dat ik in het ziekenhuis wilde bevallen stond meteen al als een dikke paal boven water.
Bevalling 1 geschiede geheel naar wens dus in het ziekenhuis. Ik koos daar overigens uiteindelijk niet zelf voor. Want na 37 weken zwangerschap bleek onze dochter wat aan de kleine kant te zijn en waren de artsen bang dat mijn placenta niet meer goed werkte. Ik moest worden opgenomen in het ziekenhuis om ingeleid te worden. Er werd een afspraak gepland en week 37 sloop langzaamaan dichterbij. Voor mijn eerste bevalling was ik namelijk nogal zenuwachtig. “Kan ik dat wel?, past dat wel” Het is vooral het onbekende waar je op dat moment angstig voor bent. Je kunt je er gewoon niet op voorbereiden (en dat is voor een controlefreak als ik, best een dingetje).
Toen het eenmaal zover was, meldde ik mij gepakt en bezakt, precies 37 weken zwanger, ’s ochtends in alle vroegte in het ziekenhuis. Ik zou meteen tabletten krijgen om de baarmoederboel wat op te weken. Waarna ze, als de ontsluiting op gang was gekomen, mijn vliezen zouden breken en de weeën zouden opwekken. “Dit kan zo maar een paar dagen duren hoor mevrouw?”, werd mij verteld. Daarop ingesteld ging ik daarom uit van het meest negatieve scenario, ik lag daar nog wel even. “Heeft u regelmatig harde buiken mevrouw?”, werd mij gevraagd. Ik had werkelijk geen idee, ik wist helemaal niet wat ik dan zou moeten voelen, dus zei ik nee. Die eerste nacht in het ziekenhuis kreeg ik plots hevig last van harde buiken (dacht ik). De kramp was eigenlijk niet te harden, maar stoer als ik was, wilde ik ook weer niet zeurderig overkomen. Achteraf bleken dit al weeën te zijn, maar wist ik veel. De volgende ochtend had ik dan ook al 2 cm ontsluiting.
“U gaat meteen naar boven mevrouw, wij gaan uw vliezen breken”. Huh, nu al? Ervan uitgaande dat ik zeker nog een paar dagen onder de pannen zou zijn, kwam deze boodschap nogal onverwachts. Of ik nog wel even naar de wc mocht, vroeg ik de verpleegster, die al begonnen was mijn kastje leeg te maken en mijn spullen te pakken. Dat mocht. Maar toen ik van de wc opstond braken mijn vliezen, spontaan. Hoewel ik mij echt geen voorstelling kon maken van hoe zo’n bevalling zou voelen, wist ik nu toch echt wel wat er aan de hand was. “Nu wordt het menens”, dacht ik nog. Met grote haast werd ik naar boven verhuisd naar de verlosafdeling. Daar aangekomen begonnen ook meteen al de weeën in een razend tempo elkaar op te volgen. De ene nog heviger dan de andere. Ik zag er sterretjes van. Ik werd aan allerlei slangetjes, infusen en aan monitors gehangen en merkte dat niet veel later ook vriendlief arriveerde, die ik even geleden gebeld had met het (goede) nieuws. Pijnbestrijding bedacht ik me ineens, dat wilde ik, daar had ik immers van te voren zo goed over nagedacht. Ik opperde dit aan de verpleegster waarop ze afkeurend antwoorde “sorry mevrouw, u bent al te ver…”. “Wat?”, hoezo te ver…. Ik bleek in een uur tijd van 2 naar 8 cm te zijn gegaan en mocht zo al beginnen met persen.
De centimeters schoten voorbij en niet veel later mocht ik persen. Nou ja, mocht. Ik kon weinig anders. Mijn lichaam nam het over en de ongekende oerkracht die dan vrijkomt, is echt met geen pen te beschrijven. Het ging allemaal zo snel dat ik zelfs werd gesommeerd een aantal persweeën weg te puffen, zonder te persen dus. Ik kan je verklappen, dat is bijna niet te doen. Want hou zo’n oerkracht maar eens tegen. Na uiteindelijk 3 keer te hebben geperst, kwam ons kleine meisje ter wereld. Glibberig werd ze op mijn buik gelegd en nog onwerkelijk van alles wat er was gebeurd, liet ik het indalen dat ik moeder was geworden… in 2 uur tijd.
Hoewel ik aanvankelijk dacht dat ik alles achter de rug had en het maar mooi even gefikst had in zo’n korte tijd, bleek dat mijn placenta niet vanzelf loskwam zoals dat hoort. De weeën die ik eerst zo sterk en snel na elkaar had, verdwenen ineens als sneeuw voor de zon. Met spoed werd ik dus naar de OK gereden waar mijn placenta (manueel) operatief verwijderd zou worden. Al rillend wachtte ik op de koude OK op narcose, uitgeput van de gebroken nacht en de vliegensvlugge bevalling. Ik kon alleen maar denken “laat me slapen, laat me slapen”…. en dat gebeurde.
Toen ik wakker werd en bijgekomen was (en me werkelijk voelde alsof ik door een vrachtwagen overreden was) stond vriendlief aan mijn voeteneind. Ik werd weer teruggereden naar de kraamafdeling waar onze prachtige dochter op ons lag te wachten. Ik mocht die dag nog niet naar huis en moest ‘s nachts in het ziekenhuis doorbrengen. Gelukkig als ik was, voelde ik ’s avonds toch dat er iets niet goed was. Wat er toen gebeurde, en voor de meesten wel bekend, wens ik niemand toe. Onze dochter bleek ziek en werd midden in de nacht met spoed naar de NICU (neonatale intensive care unit) gebracht. Het vervolg van dit verhaal kun je lezen op www.hetsterkstemeisje.roelina.nl.
Dat deze bevalling alles behalve romantisch is verlopen, hoef ik verder niet toe te lichten denk ik. Redenen genoeg dus om graag in het ziekenhuis te willen bevallen. Toch kijk ik naar de bevalling op zichzelf absoluut niet vervelend terug. Het ging immers zo snel, tijd om er echt bij stil te staan had ik gewoonweg niet.
Benieuwd naar hoe bevalling nummertje 2 verliep? Dat lees je in een nieuwe “bevallige verhalen”.