Oke, nog eentje dan… Een van de aller-allerlaatste uit de serie bevallige verhalen. Want tja, de bevalling, bevalling nummerootje 3, ook die behoort bij de reeks van verhalen over mijn 3 zwangerschappen.
Wat lees je allemaal in dit artikel?
Bevallen in het ziekenhuis
Bevalling nummer 3 zou wederom plaatsvinden in het academisch ziekenhuis waar ik ook van onze koekepeer ben bevallen en waar onze dochter twee weken lang is behandeld. Weer wist ik dat ik graag ingeleid wilde worden. Gewoon om mij mentaal te kunnen voorbereiden op de bevalling. Een bevalling, die naar gelang deze meer en meer naderde, steeds spannender voor mij werd. Want met een blakend gezonde zoon wist ik nog beter hoe mis het allemaal kon gaan. En dat maakte deze 3e bevalling misschien nog wel de meest spannende van allemaal.
Gespannen en de wens om ingeleid te worden
Toen ik in week 35 van mijn zwangerschap overgedragen werd van mijn lokale verloskundige naar het academisch ziekenhuis, viel het het verplegend personeel dit meteen op. De verpleegster die de intake met mij deed, zei: “je bent erg gespannen of niet, dat kan ik zien”. Ik kon dat alleen maar volmondig met “ja” beantwoorden. Ze vroeg mij of ik niet ingeleid zou willen worden, zodat ik mij er mentaal allemaal wat beter op kon voorbereiden. Deze wens had ik inderdaad en thuis hadden we het hier ook al uitvoerig over gehad. Ook bij de vorige 2 bevallingen was ik vanwege een geplande inleiding reeds in het ziekenhuis toen de bevalling begon, en dit gaf mij beide keren een veilig gevoel. Dus ook nu, gespannen als ik was, wilde ik graag in het ziekenhuis zijn als het eenmaal zover was. De verpleegster adviseerde mij daarom om een geboorteplan op te stellen. Volgens haar mocht ik best vragen om een inleiding, al was daar niet direct een medische aanleiding voor. Ook spanning was een reden, vertelde ze mij. Ze gaf mij een uitdraai van een voorbeeld geboorteplan met een aantal vragen die ik thuis in alle rust kon invullen. Bij de volgende afspraak besprak ik het geboorteplan en mijn wens voor een inleiding werd gelukkig meteen heel begripvol ontvangen.
Een de-ja-vu, kon ik wel komen?
Het was woensdagochtend, ik was 38+6 weken zwanger. Het was de dag dat mijn inleiding gepland stond. ’s Ochtends in alle vroegte moest ik bellen naar het ziekenhuis of er plek was. Zo gezegd zo gedaan, een opgewekte verpleegster stond mij te woord. “Het was een drukke nacht mevrouw, ik zal even overleggen” klonk het aan de andere kant van de lijn. Ik kreeg een de-ja-vu. Immers met de inleiding van onze meneer de koekepeer kreeg ik precies hetzelfde te horen… Gespannen wachtte ik af. “U bent van harte welkom mevrouw” sprak de verpleegster niet veel later uit. Een gevoel van opluchting nam meester van mij en iets van binnen wilde meteen in de auto springen. Als we maar in dat ziekenhuis waren, dan zou alles goed komen, spookte maar door mijn hoofd. De aardige verpleegster ging verder en vroeg mij wanneer ik kwam. Ik gaf aan dat we meteen weg konden gaan maar dat we onze kleine man nog wel naar de opvang moesten brengen. Ik mocht het rustig aan doen gaf ze aan, “dan kunnen we eerst alle vrijgekomen bedden nog even klaar maken”. We spraken af dat we er rond 10 a 11 uur zouden zijn.
Lees ook: Bevallige verhalen #7: weer een bevalling achter de rug, weer een ervaring rijker
U mag mee komen mevrouw
Eenmaal aangekomen op de verlosafdeling van het ziekenhuis moesten we plaats nemen in de wachtkamer. Met klamme handjes wachtte ik tot we opgehaald zouden worden. Wachten duurt altijd lang, zeker wanneer je zo zenuwachtig bent als dat ik toen was. Met bevende vingers dronk ik mijn kopje thee verder op toen ik vanuit mijn ooghoek de verpleegster zag aankomen. “U mag meekomen mevrouw, dan breng ik u naar uw kamer”. Oke, realiseerde ik mij, dit was het dan. No way back. Vriendlief en ik liepen achter de verpleegster aan de gangen door van de verlosafdeling. Plots stormde een vrouw een kamer uit, diep verzonken in gedachten, waar ik met mijn dikke buik zo tegen aan botste. Ze verontschuldigde zich en heette mij welkom op de afdeling. Later bleek diezelfde mevrouw mijn verloskundige van die middag te zijn. Toch handig dan zo’n eerste ontmoeting want dat ijs was meteen al gebroken.
Laten we maar beginnen, het breken van de vliezen
Het was rond 11 uur toen we echt geïnstalleerd waren op onze verloskamer. Ik werd aan de monitor gehangen voor een hartfilmpje van de baby. En na een half uur kwam de verpleegster onder begeleiding van de verloskundige (“hé, wij hebben elkaar al ontmoet”) kijken of ik mogelijk al ontsluiting had en hoe de inleiding verder zou geschieden. Ze vroeg naar mijn voorgeschiedenis en de invloed die dit had op mijn huidige zwangerschap en de manier waarop ik tegen deze bevalling aankeek. Blijkbaar kon ook zij de spanning van mijn gezicht aflezen en deed ze haar uiterste best mij gerust te stellen. Ze onderzocht mij verder en toucheerde mij voor ontsluiting. 3 cm bleek ik al te hebben. Het voorstel van de verloskundige was om mijn vliezen meteen maar te gaan breken. “Wil je meteen beginnen” vroeg ze “of wil je je nog heel eventjes voorbereiden” ging ze verder. Ik koos voor dat laatste. Ik trok mijn bevallingstenuetje aan en installeerde mij op mijn bed. Toen ik er echt klaar voor was, drukte ik op de rode knop die naast het bed hing. “Laten we maar beginnen” vertelde ik de verloskundige die de kamer weer was binnengelopen. Ze zou mijn vliezen gaan breken en ‘even aankijken hoe het verder zou gaan’. Ze wilde eerst kijken of mijn lichaam de bevalling, na het breken van de vliezen, zelf zou oppakken of dat er toch nog extra weeënopwekkers gegeven moesten worden.
Al 5 centimeter
Meteen na het breken van de vliezen kwamen de eerste echte harde buiken op gang. Langzaamaan gingen deze over in voorweeën die steeds heftiger werden naarmate de tijd verstreek. Een uur na het breken van de vliezen kwamen de verloskundige en verpleegster een kijkje nemen. We bespraken mijn wens voor pijnbestrijding en andere zaken. Ze toucheerde mij wederom en constateerde inmiddels 5 cm. Dat ging dus lekker gesmeerd. Met het weggaan gaf ze aan dat ze met twee uurtjes weer even bij mij zou komen kijken. Kon ze meteen de avondploeg voorstellen en mij overdragen aan hun. Ze verwachtte dat ons kindje diezelfde avond, nog voor 24:00 uur, geboren zou worden. Daar stelde ik mij dus op in.
NU pijnbestrijding
Ik besloot na het vertrek van de verloskundige nog even snel naar de wc te gaan. En daar kwamen ze. Ervaren als ik toch inmiddels was, wist ik wederom niet wat ik ze moest noemen. Harde buiken, voorweeën, echte weeën… hoe dan ook, het was niet te houden. Bij elke nieuwe ‘wee’ wist ik niet hoe ik het had. Zittend op de wc klampte ik met mijn ene hand de wastafel vast en met mijn andere het bad. Ik wist niet wat me overkwam en kreeg het spaans benauwd bij elke nieuwe golf van pijn. Een enorme druk op mijn schaambeen deed kleine belletjes rinkelen. “Zou het begonnen zijn?” dacht ik nog. “Kon toch eigenlijk nog niet” dacht ik weer, het zou immers vanavond ergens pas gaan beginnen… had de verloskundige dat niet gezegd? “Ik stel me vast aan”, dacht ik. Maar die druk op mijn schaambeen, eigenlijk mijn hele onderkant, die was zo hevig….. Ik schreeuwde vanuit de badkamer naar manlief om op de rode knop te drukken, Ik MOEST NU pijnbestrijding. Dit deed hij en meteen begon de verpleegster voor mij te rennen. Ik deed herhaaldelijke pogingen van de wc af te komen maar deze werden steeds bruut verstoord door een opkomende ‘wee’. Toen ik er eenmaal in slaagde toch op te staan van de wc, sloop ik met gekromde rug richting mijn bed. “Gaat het?” vroeg vriendlief mij en hoe stoer als ik ook ben, ik kon niet anders toegeven dan “NEE!”
Volledig open, geen pijnbestrijding en angst om mijn kindje op de wereld te zetten
Verpleegster, verloskundige, co-assistent, toen iedereen op mijn kamer geïnstalleerd was, besloot de verloskundige nog een keer te voelen hoever mijn ontsluiting gevorderd was. Ik gaf aan een enorme druk te voelen waarop ze lichtelijk verbaasd antwoordde dat ik volledig open was en ook wel mocht persen als ik weer een wee voelde….. “Whaaaat!” Dat kon toch helemaal nog niet?” dacht ik. “En die avondploeg dan?” “Pijnbestrijding?” Beiden waren niet meer haalbaar, zoveel was duidelijk. Angst overmeesterde mij en gespannen vroeg ik mijn wederhelft of hij bij mij wilde komen staan. “Ik kan dit niet” stamelde ik uit, want op dat moment voelde ik niets anders dan angst om dit kindje ter wereld te brengen. Nu zat het nog veilig in mijn buik, maar straks zou de enige streng die hem in leven hield doorgeknipt worden. Iets in mij wilde dit moment zo lang mogelijk uitstellen. Gelukkig, achteraf gezien dan, had ik geen enkele tijd om hier überhaupt verder over na te denken want even later kwam een heftige wee opzetten waarop ik niets anders kon dan persen.
1 keer persen werd onze zoon op de wereld gezet
Pijn voelde ik en een enorm denderend geweld speelde zich af ergens daar beneden. In de verte hoorde ik de stem van de verloskundige roepen “kun je nog een keer persen?”… “Dan zijn de schoudertjes er ook uit”…. “Het hoofdje is er al uit joh, nog een keer”. In diezelfde wee voerde ik de druk nog maar een beetje op waarop enkele seconden later ik het gehuil van een kindje hoorde….”Huh”….. “hoe”…. “hoe kan dit?”…. Een glibberig, vet mannetje werd op mijn borst gelegd… Ik kon het werkelijk niet bevatten. Met 1 keer persen had ik onze zoon op de wereld gezet. Ik bleef maar kijken naar het mannetje dat op mij eveneens lag bij te komen van een heftige, korte bevalling. Ik kon het niet geloven, niet bevatten, het was er al…. precies 3 uur en 1 minuut nadat mijn vliezen waren gebroken. Krap een uur nadat de eerst wee zich had gemeld en hooguit een kwartier nadat ik van de wc was opgestaan.
Na 8 alweer naar huis, gelanceerd als een raket
De placenta kwam vrij vlot daarna, ik werd gehecht en ons nieuwe gezinslid werd onderzocht en goedgekeurd. Ik had nauwelijks bloed verloren en ik en ons allerkleinste mannetje deden het voorbeeldig. Krap 8 uur nadat we ons in het ziekenhuis hadden gemeld, werden we weer ontslagen. Op weg naar huis. Verbaasd, blij, beduusd, gelukkig, verwonderd, angstig, trots…. allerlei emoties vlogen door mijn lijf. Daar was hij dan. Onze tweede zoon. Als twee druppels water leek hij op zijn grote broer. Weer was ik moeder. Weer waren wij ouders geworden, En opa’s en oma’s die thuis op ons wachtten waren wederom opa’s en oma’s geworden. Toen we thuis kwamen en iedereen ons welkom heette, kon ik het nog steeds niet bevatten. Zo snel was het gegaan. Een stortbevalling zoals de verpleegster en verloskundige het noemden. Onze prachtige, gelukkig blakend gezonde zoon, was gelanceerd op deze wereld. Gelanceerd als een raket.