Soms wordt je ineens weer met je (on)gezonde neus op de feiten gedrukt. Zo volgde ik onlangs een workshop over gezonde, lekkere en bovenal makkelijke voeding. En “then it hit me”… waarom maak ik mijn appelmoes niet in vredesnaam wat vaker zelf? Simpel, ik gun mijzelf er geen tijd voor. Maar stom eigenlijk want zoveel tijd neemt dit immers niet in beslag. En het is zo doodeenvoudig, een echt geldig excuus kan ik dus eigenlijk niet bedenken.
Dus in mijn herziene boodschappenmandje zit vanaf nu 1,5 kg verse appeltjes. Appeltjes voor de dorst en om zelfgemaakte appelmoes van te maken. En omdat onze oudste zoon niet zo van stukjes in zijn appelmoes houdt… (shame on me, maar hij is de supermarkt appelmoes te veel gewend), gooi ik het in mijn keukemachientje om het te tot echte moes te pureren.
Wat heb je nodig:
- Appels (heul, veul appels) geschild
- Snufje kaneel
- Bodempje water in de pan
Want “that’s all it takes”. Bodempje water in je pan, zooitje geschilde en in stukjes gesneden appel erin. Eventueel en naar smaak een (paar) snufje(s) kaneel en pruttelen maar. Net zo lang totdat er een smeuïge appelsubstantie ontstaat. Even laten afkoelen en verdelen in porties. De porties die je niet opeet, kun je overigens prima invrienzen en tot wel een jaar bewaren. En het voordeel van de zelfgemaakte moes? Suikervrij en hartstikke lekker!