Mama dagboek #20: op naar de waterpokken
Vijfde, zesde…. Ik ben de rode vlekjes draad zo langzamerhand wel een beetje kwijt. Van het weekend was het weer eens raak, koorts. “Hoi, ben je daar weer? Zou je bijna gaan missen…”
Vrijdagavond toen oma de kleine koekepeer na haar middagje oppassen weer afleverde bij ons thuis was het meteen al duidelijk. Meneer was niet zichzelf, rode wangetjes, glimmend koppie en lodderige oogjes. Een huilerig, ontroostbaar, gloeiend warm babyhoopje troffen we aan bij oma op de arm. Ach, het arme ventje. Thermometer deed mijn vermoeden bevestigen, en vloog zonder enige twijfel direct richting de 39,5 graden.
De doorkomende tandjes kregen vrijwel meteen de schuld in de tandhalzen toegeschoven. Want die voortanden zijn al een poosje aan het doorkomen. En waar voortand nummer één nu daadwerkelijk echt duidelijk en eindelijk is doorgekomen, heeft nummer twee er zichtbaar nog wat moeite mee zijn uitweg naar buiten toe te vinden door het rode tandvlees van zoonlief heen.
Met een druk verjaardagsweekend voor de boeg, want zowel oma van mama’s zijde als opa van papa’s zijde vierde de verjaardag dit weekend, kwam dat natuurlijk ontzetten goed uit allemaal. Dus de koortsigheden maar wat aangekeken, algehele gesteldheid van de kleine vent goed in de gaten gehouden en bepakt met campingbed, voldoende drinken en kinderparacetamolletjes, toch maar besloten deze verjaardagspartijtjes af te gaan. Op beide fuifjes werd verder geen drukte verwacht, enkel opa’s en oma’s die kleinzoonlief toch al, en zeker in deze gesteldheid, lekker zouden verwennen.
Omdat ondanks de koorts de kleine, zielige Finneman toch redelijk vrolijk was, gaf dat ons geen reden om niet te gaan. Zaterdag overdag ging het nog wel aardig met de kleine vent. En ook zaterdagavond, toen de koorts ineens toch wat daalde, werd ik optimistisch genoeg om te denken ”we hebben het weer achter de zieke rug allemaal”. Maar niets bleek minder waar. Na een zweterig nachtje tussen papa en mama in, klom de thermometer de volgende morgen opnieuw naar een hoogtepunt. Dit keer op een ieniemienie haar na, dicht tegen de 40 graden koorts aan. Ach gossie, arm babyhoopje….
Maar gelukkig fleurde het babyhoopje later op de dag toch wat op. Kinderparacetamolletje deed klaarblijkelijk haar werk goed en zodoende kreeg de kleine koekepeer toch weer aardig wat praatjes, kon er zo nu en dan weer eens een vrolijk lachje vanaf en wilde meneer zelfs wat mee snoepen van de barbecue. Dat was een hele geruststelling, want eigenlijk de gehele vorige dag kregen we er nauwelijks enige hap in.
Na het weekend daalde de koorts ineens drastisch. Meneer was er weer. De vrolijke Finnnoot werd weer aangeslagen. En ja hoor, vanmorgen was daar ineens dé reden van deze onverklaarbare koortsaanval op mijn kleine koekepeer. De tandjes waren het overduidelijk niet die de hoge koorts deden veroorzaken. Gisteren kwamen ze al een klein beetje op maar vanmorgen in het daglicht was het overduidelijk te zien, vlekjes. Meneer heeft klaarblijkelijk de zesde ziekte.
Kenmerkend voor de zesde ziekte is dat kindjes eerst een onverklaarbare, hoge koorts blijken te krijgen om opgevolgd te worden door rode vlekjes die veelal op het hoofdje en nekje beginnen om zich soms en soms niet verder te verspreiden over de rest van het lichaam. Weten we dat ook weer. Gaat verder goed met ‘m hoor, hij is er niet ziek meer van. Weer een kinderziekte die we kunnen afstrepen van ons lijstje. Op naar de waterpokken.