Mama dagboek #63: aardje naar zijn mamaatje
“Op wie lijkt hij het meest? Van wie heeft hij dat?” Niet alleen ouders maar ook omstanders willen altijd dat het kroost ergens op lijkt. Ikzelf maak mij er net zo schuldig aan, want hoe leuk is het dat je dingen van jezelf herkent in je kinderen. Want dat is toch min of meer een bevestiging dat het toch echt jouw kinderen zijn. “Kijk maar, want dat heeft ie van mij of van jou.”
Dat onze kinderen producten zijn van ons samen is trouwens wel heel erg duidelijk. Want onze kinderen zijn hét bewijs van een mooie cocktail van ouderlijk DNA. Zowel in uiterlijk als in innerlijk. En het is vooral dat innerlijk waar ik het in dit blogje over ga hebben. Beide mannetjes, en zeker onze oudste, lijken namelijk in karakter best veel op hun moeder.
Driftkikker
Want tjonge, jonge, jonge wat hebben wij een kleine driftkikker in de dop rondlopen zeg. Net zo ongeduldig en driftig als dat zijn moeder soms kan zijn. Al stampvoetend en met de vuistjes slaand, loopt meneer af en toe door het huis heen. Wanneer iets niet gaat zoals hij dat voor ogen had en vooral wanneer de slaappietjes hem ook nog eens flink om de oren slaan. Dan is het huis te klein, de honden de sjaak en het meubilair of de vloer de klos.
Leo
Maar dat is het niet alleen. Moeders is namelijk een ongelofelijke Leo. Ik vind mezelf soms zo stom om acties die ik doe, zoals mijn hoofd stoten aan een net geopend kastdeurtje (herkenbaar?). Ook onze kleine man kan een kleine olifant in een porseleinkast zijn. Kan wanneer we ergens zijn rustig 6x achter elkaar vallen over zijn eigen voeten. Of ergens achteruit tegenaanlopen. Of zijn hoofd stoten aan iets waar hij nét niet onderdoor past. Dan doet hij zichzelf pijn en begint hij te huilen en dat vind ik dan zooo zielig? Dan denk ik “sorry mannetje, dat heb je (ook) van mij.”
Onze oudste koekepeer is overigens qua uiterlijk echt precies zijn vader. Hij heeft wel wat uiterlijke kenmerkjes van mij, maar merendeels is het toch echt een mini versie van papa! Maar dat innerlijk…? Dat is toch wel echt een aardje naar zijn mamaatje. En ach, het komt vast allemaal wel goed met hem. Ook ik ben groot, volwassen (zeggen ze althans) en bovenal minder ongeduldig, driftig en lomp geworden dan dat ik vroeger was. Ik kan dus alleen maar zeggen…”er is nog hoop ventje.”