Mama dagboek #38: de trein die ‘de dreumes groeit op’ heet
Het is alweer even geleden, dat ik in ‘mijn Mamadagboek’ schreef. Maar dat wil niet zeggen dat er niet genoeg gebeurd is. Niets is minder waar, het leven van deze mama staat zelfs zelden meer stil en de trein die ‘de dreumes groeit op’ heet dendert onverminderd door.
Want zo voelt dat soms toch echt wel een beetje. Een doordenderende trein. Ben je geen poepluiers aan het verschonen of ieniemini kleertjes aan het wassen die om de letterlijke poep en de scheet de was in moeten. Dan ren je wel achter je kleine man aan, hang je het animatieteam uit (een uitspraak die ik van een goede vriendin heb geleend en wel erg passend vond), zing je liedjes, lees je verhaaltjes voor, ruim je rondslingerend speelgoed op, bereid je eten of drinken voor de kleine blaag, poets je zijn vies geworden handjes, of snoetje en haartjes die dan weer vies geworden zijn door de vieze handjes (jeej), of corrigeer je hem in een halstarrige poging om hem wat manieren bij te brengen…. Rennen, vliegen, schreeuwen, lachen, gieren en ja, ook brullen, soms wel. Dat is het leven van een mama met een opgroeiende dreumes.
En natuurlijk is het echt niet alleen maar brullen, welnee. Want dat hij steeds meer gaat leren, je in alles nadoet en soms té eigenwijze voor zijn leeftijd hilarische streken uithaalt, is zo nu en dan best om te lachen. En trots, ja dat gevoel van trost is er ook dagelijks… moet ik toegeven. Was dat er niet? Dan was het vast niet uit te houden, het beroep als mama. Maar vermoeiend is het dus ook. Want als ‘working mom’ die, naast moederen, ook nog een huishouden draaiende probeert te houden, is het best pittig. Vandaag dus een kijkje in de mamakeuken, hoe ziet mijn dag eruit en welke stations passeert onze dreumestrein zoal?
Als deze mama ’s ochtends om 6 uur opstaat, (moet ik niet liegen natuurlijk, mijn wekker gaat af maar ik druk hem tegenwoordig echt nog twee keer uit voordat ik echt opsta), dan mag ik blij zijn dat ik eerst mijzelf een beetje in de plooi kan masseren voordat de koekepeer ‘risend en shinend’ in zijn bedje klaar zit om zijn dag te beginnen. Op het moment van risen en shinen dan stap ik op de trein die dreumes heet. Dan poets ik eerst de slaappietjes uit de koekepeer zijn ogen, die dat meestal onder luidkeels protest ondergaat. Vervolgens probeer ik zonder al te veel draaikontenbewegingen een luier uit en aan te krijgen. De pyjama om te wisselen voor de vooraf uitgedachte outfit. En met een beetje geluk kan ik dan ook nog wat gel in zijn nieuw verworven haartjes krijgen om deze van een mini-mohawk te voorzien. Is meneer door mij bestempeld als toonbaar? Dan bewegen mamakoekepeer en koekepeer himself zich naar beneden om een ontbijt te nuttigen.
Het ontbijt dat sinds het dreumestijdperk zijn intrede heeft gedaan, geheel door de koekepeer zelf met behulp van zijn vork genuttigd wordt. Dan eten we samen gezellig een broodje. Een broodje dat ik vooraf voor meneer heb gesmeerd en waarvan ik hoop dat die zonder niet al teveel gesmeer netjes naar binnen wordt gewerkt. Want hé, die vooraf uitgedachte outfit moet natuurlijk wel een beetje schoon blijven (illusie). Na het ontbijt is er voor vertrek naar de kinderopvang heel even tijd om nog wat te spelen met de hondjes, te knuffelen met papa of te donderjagen in de woonkamer. Terwijl deze mama al corrigerend (‘nee – niet de hondjes schoppen, die is van papa – laten liggen, niet op de stoelen klimmen – dan val je, laat de hondenbakken staan – anders wordt je nat….’) het ontbijtgereedschap opruimt, de spullen en tassen bij elkaar verzameld, de stalen mamaros uit de schuur haalt en uiteindelijk de koekepeer voorziet van schoenen en jas om kinderopvang gereed in het kinderzitje van mijn mamafiets te hangen.
En dat is dan alleen nog maar de ochtend. De ochtend die overigens ook vol hilarische momenten zit. Zoals een vrolijk mannetje dat grote nog onverstaanbare verhalen heeft aan tafel. Bij vertrek iedereen enthousiast uitzwaait ‘dahaag papa (bedoeld voor de papa koekepeer), dahaag darky (bedoeld voor de hondjes), dahaag tutu (bedoeld voor….geen idee) en dahaag tok tok’ (bedoeld voor onze vier kippen die wij buiten tegen komen als we de tuin uit fietsen). Aankomend bij de opvang continueren de hilarische momenten zich nog even wanneer hij al rennend het kinderdagverblijf in gaat, fanatiek plaats neemt aan de kleine dreumestafel en zich stort op het uitgestalde speelgoed, de ballen, de boekjes en de aanwezig collega dreumesjes. Op dat moment is deze mama uit beeld. Ja een zwaaitje voor het raam kan er nog net vanaf maar de uitbundige lach die meneer op zijn snoetje heeft wanneer ik hem bij de opvang aflever, is gelukkig hét bewijs dat de de kleine man zich er prima vermaakt en zijn papa en mama totaal niet mist.
Dan is deze mama heel even ‘mama-af’ en begint mijn ‘working mom’ modus, die overigens eveneens in een sneltrein vaart voorbij dendert. Na mijn werkdag, wanneer ik weer richting het kinderdagverblijf fiets, stap ik weer op de dreumestrein. Dan haal ik een dreumes op die lichtelijk moe gespeeld van het kinderdagverblijf wordt geplukt en nog een hele avond voor zich heeft (wat zal dat voor goeds beloven?) Een dreumes die dan werkelijk in de donderjaag-modus is beland. Zich vol overgave stort op het achter na zitten van de hondjes met één van zijn loopwagentjes (nee – niet doen, dan doe je ze pijn, overigens één van onze honden vindt dit spelletje wél leuk en de schaterlach die dan bij de kleine blaag te horen is, is ook wel weer vermakelijk en doet mij soms afvragen wat ik belangrijker vindt … een dreumes die pret heeft of een hond die haar vier poten uit haar lijf rent om de donderjaag-blaag uit de weg te gaan). De bank, stoelen en tafels gebruikt als klimrek om het hogerop te zoeken wat soms uitmondt in ‘gevaarlijke’ situaties die nog maar nét voorkomen kunnen worden. Of de kastjes open trekt om in zijn beleving mama te helpen met het dekken van de tafel (wat in werkelijkheid dus niets minder is dan het uit de kast halen van borden, schaaltjes, bestek en deze ‘g#d mag weten waar’ neerlegt, die ik dan tijdens het koken weer halstarrig bij elkaar probeer te zoeken). Het speelgoed dat ik bij thuiskomst voor hem heb uitgestald, is op zo’n moment écht niet interessant. Zelfs niet wanneer ik tracht er samen mee te spelen (want meestal speelt er dan maar eentje, ik zei de mamagek). Nee, ontdekken, de grenzen opzoeken en waar mogelijk verleggen, dat is de orde van de avond zullen we maar zeggen. Ogen voor en achter moet je hebben. En in de pan natuurlijk, want koken, ja dat moet dus ook nog gebeuren.
Wanneer er dan eindelijk een maaltijd op tafel getoverd kan worden en we als gezin aan tafel zitten, begint het volgende dreumesfeest, het eetfeest. Ook deze maaltijd nuttigt meneer tegenwoordig geheel en alleen zelf, met vork en / of lepel dat meestal resulteert in uitgesmeerde macaroni over gezicht, haar en kledij en soms zelfs nog meer dan dat. Hoewel het prachtig is om te zien hoe goed en lekker de kleine man geniet van zijn avondmaaltijd, is deze zelfde maaltijd ook hard werken voor zijn beide ouders. Opletten, corrigeren, stimuleren, corrigeren, stimuleren, poetsen, corrigeren en…. Oh ja, je zou het bijna vergeten… zelf ook nog eten. Als het eetfeest ten einde is, de snoet, de handjes en de haren gepoetst zijn en er vanuit de kinderstoel wordt geroepen: ‘op’ (hét signaal dat hij vol zit) en ‘uit’ (hét signaal dat hij klaar is met eten en uit zijn kinderstoel wil), hebben we als ouders weer een dreumesstation gepasseerd. Dan is de dreumestrein bijna op zijn eindstation.
Een badje, beetje spelen, wat TV kijken en een verhaaltje voorlezen voor het slapen gaan, dat zijn de laatste hobbels die het spoor van de dreumestrein trotseert. Stuk voor stuk momentjes die naast druk ook vooral heel leuk zijn. En dan…?! Als we het licht uitdoen en de koekepeer welterusten kussen (en de rest van het huishouden in het gareel hebben gebracht, zoals de afwas, de was, het uitlaten van de honden, en wat nog meer op het huishoudpad komt die avond) hebben de mama en papa koekepeer eindelijk zelf ook avond. Hét moment dat we meestal beiden gestrekt met onze benen uitgeput op de bank belanden. Hét moment dat we elkaar aankijken en denken….. pfffff, vermoeiend….. Maar, cliché, cliché…. Zo meer dan waard!