Mama dagboek #36: driftbuien, een aardje naar mamaatje
Een aardje naar…. De moeder in dit geval. Want tjonge, jonge, jonge wat hebben wij een kleine driftkikker in de heethoofddop rondlopen zeg. Net zo ongeduldig en driftig als dat zijn moeder soms kan zijn. En wat is het (nog) schattig om te zien dat hij ook wat van mij heeft (want qua uiterlijk is het precies zijn vader, maar daarover in een ander blogje meer). Aardje naar z’n mamaatje dus. Al stampvoetend en met de vuistjes slaand, loopt meneer af en toe door het huis heen. Wanneer iets niet gaat zoals hij dat voor ogen had en vooral wanneer de slaappietjes hem ook nog eens flink om de oren slaan. Dan is het huis te klein, de hondjes de sjaak en het meubilair of de vloer de klos. Maar hoe ga je om met zo’n kleine driftkikker? Negeer je dat gedrag? Corrigeer je het? Wat is de juiste opvoedtactiek? Dat is één van de vragen waar ik nu een antwoord op zoek.
Oke, onze voorheen babyzoon heeft nu dus echt de dreumesfase bereikt. Hij kan en begrijpt een heleboel meer dan eerst en dat is natuurlijk hartstikke fijn. Niet alleen voor zichzelf maar ook voor zijn papa en mama. Zo kan hij prima alleen spelen, wil hij alles zelf doen en ontdekken, kletst hij je de oren van de kop en is hij ontzettend trots op al dat ‘nieuwe kunnen’. Maar met dat hij een hoop meer zelf kan en begrijpt, komt ook de frustratie om de hoek kijken. Want wanneer hij iets toch nog niet helemaal zelf kan, kan hij daar behoorlijk boos om worden. Daarnaast kan het ook flink mis zijn wanneer het niet gaat zoals meneertje wil. Mama of papa niet snel genoeg reageert of iets afpakken waar hij niet aan mag zitten. Dan gooit hij zichzelf woest op de grond, maait hij met zijn armpjes en beentjes wild om zich heen naar alles wat maar binnen handbereik is, en gilt hij met rood aangelopen hoofd de hele boel bij elkaar. Gezellig!
Duik je wat dieper in de materie dan is het eigenlijk een heel normale fase waar zoonlief momenteel doorheen gaat. Het hoort allemaal bij zijn emotionele ontwikkeling en is een bekend verschijnsel van de 15 maanden sprong. Het kind gaat op zoek naar grenzen, de beurt aan de ouders om deze grenzen aan te geven. In deze ontdekkingstocht van grenzen kan het kind tegen tegenslagen aanlopen. Wat weer kan leiden tot frustratie. En frustratie kan, zeker bij extraverte kindjes, uitmonden in driftbuien. Nou laat ons extraverte koekepeertje daar nu nét last van hebben.
Aan die driftbuien zelf, kan het kind nog niet zo veel doen, lees ik op het internet. Het wordt als het ware overwelmd door boze gevoelens en kan deze nog niet uitschakelen, dat ligt nog niet binnen het vermogen. Het kindje kan dus niet anders doen dan deze gevoelens uitzitten. Maar wat doe jij dan als ouder als zich zoiets voordoet? Geef je straf? Troost je?
Straf geven om een driftbui schijnt niet de voorkeur te hebben, erger nog, straffen kan zelfs beangstigend werken. Kindje is zich namelijk nog niet bewust van de driftbui en is nog te jong om te begrijpen dat de boosheid niet gepast is. Het zijn immers gevoelens die ze nog niet onder controle hebben. En bekijk je het zo, dan lijkt straf geven voor iets dat ze niet bewust doen, niet heel effectief. Bovendien is het best toegestaan om boze gevoelens te hebben. Door straf te geven, geef je eigenlijk aan dat boos zijn niet mag. Maar hé, de aanleiding die de driftbui heeft veroorzaakt dan? Moeten we daar dan ook maar niks van zeggen?
Jawel, daar komen dus die grenzen om de hoek kijken. De beste tip die ik heb kunnen ontdekken in het hoe te handelen bij een dreumesdriftbui is het kindje eerst rustig uit te laten razen. En wanneer de driftbui is overgewaaid, het kind op een kalme toon toespreken. Vertellen dat boos worden geen zin heeft. Aangeven hoe het wel moet en positief gedrag belonen.
Kortom: ons geduld als ouders wordt weer eens enorm op de proef gesteld. Ik schat dat dit de komende zeg maar 17 jaar nog wel eens vaker gaat gebeuren.
Hoe ga jij om met deze dreumespubertijd?