10x ‘wat je (nog) niet wist over mij’
Ik heb ze al regelmatig gespot op andere blogjes. De top 10tjes over allerlei onderwerpen maar ook de top 10tjes die wat vertellen over de schrijf(st)er him of herself. Dat leek mij eigenlijk ook wel wat. Een soort van ‘met de billen bloot momentje’. Vol met leuke (en misschien minder leuke) weetjes over ‘ik, zei de gek’. De persoon achter de mama, de persoon achter de blogster, you name it! Afijn, nu dus nog een top 10tje samenstellen. Was nog niet zo simpel, maar daar komt ie:
Lees ook: 30 days and counting #10: mijn 3 beste en slechtste eigenschappen
Wat lees je allemaal in dit artikel?
#1 Ik ben gek op housemuziek (en dan het liefst zo hard mogelijk)
Voor sommigen al wel bekend, zeker voor mijn naaste vrienden. En ook zoonlief weet er inmiddels alles van, want al vanaf dat de kleine spruit in mijn buik huisde, deinde hij mee op opzwepende beats. Ik kan er kort over zijn; ik ben gék op house, en dan het liefst zo hard mogelijk. In de volksmond ook wel hardcore, gabber, terror, techno, hardstyle, oldschool (en alles wat daar tussen in zit) genoemd. Jup, ik ben van de trainingspakgeneratie. En anno nu vind ik het stiekem nog steeds leuk. Oké, mijn muzieksmaak is wel wat verbreed in de afgelopen jaren, naast house kan ik ook best genieten van andere muzieksoorten, maar de boventoon voert nog steeds house. En dan in de breedste zin van het woord. House van de early 90’s tot anno nu. Start ik mijn auto? Dan hoor je dus house. Ben ik aan het werk en luister ik naar muziek? Dan is dat house. En ja, nog steeds, ook als moeder en ‘way over 30’ vind je mij zo nu en dan ook nog wel eens op een of ander housefeest of festival. Ik kan het gewoon niet laten. Oké, ik moet toegeven; ook ik word ouder en daarmee dus de nachtelijke uitjes minder (dat je geen 20 meer bent, dat merk je dan echt wel). Bovendien is er nu, post-moeder, meer in mijn leven dan op stap gaan. Maar, en zo eerlijk moet ik echt zijn, het housebloed kruipt toch waar het niet gaan kan. En dus gaan de voetjes, zo af en toe toch nog echt wel eens wild van de vloer, heerlijk!
#2 Ik wilde tot een aantal jaar geleden GEEN kinderen
Pre 30 was dat. Ik had vrij weinig met kinderen. Ik kon mij een kinderloos leven prima voorstellen. Ging lekker (en vaak) op stap en kon doen wat ik niet laten kon. Ik was jong en ik wou wat, en nog meer van die pre-30 dooddoeners. Kinderen, ik had er geen behoefte aan. Ja, ik vond ze best schattig hoor, maar bij een ander. Ik ben overigens nooit het type meisje geweest dat graag met poppen of vadertje – moedertje speelde. Nee, daar had ik niks mee. Ik klom liever in bomen of speelde in bulten zand met kiepwagens en kraanauto’s. Manlief (of vriendlief, net hoe je het noemt want we zijn vreselijk ongehuwd samenwonend) wilde wel kinderen, het liefst een groot gezin. Dat was nog wel even een puntje van discussie dus, maar ach… pre- 30 dacht ik daar niet aan. Tot het moment dat ik dus 30 werd en ook mijn eierstokken begonnen te rammelen. Een gevoel dat ik niet meteen herkende, en toegegeven ook nog wel even heb genegeerd. Maar ik werd ouder, en ouder, en ouder en dacht…. ‘maar wat als ik nu straks wel ineens kinderen wil en te oud ben? Vroeg in de overgang raak bijvoorbeeld, wat dan?’ Langzaamaan begon het in te dalen, en ik erkende de behoefte die ook ik kreeg. Een gezinnetje stichten. Dus besloten we er in 2012 voor te gaan. Why not, zien waar het schip strand. Dat schip dat strandde en resulteerde in het begin van ons gezinnetje. Een beslissing waar ik tot op de dag van vandaag, ja, ja, zelfs ik, geen moment spijt van heb gehad.
#3 Ik ben de moeder van een engeltje
Voor de naaste vrienden en familie uiteraard ook, wel bekend. Ons eerste dochtertje, Jasmijn, is kort na haar geboorte overleden aan een zeer zeldzame en fatale aandoening. Ik heb er wel eens over geschreven op dit blog maar tot dusver nog niet zoveel over verteld. Wel heb ik een eigen blog (hetsterkstemeisje) voor haar, waar ik haar verhaal deel. Toch verdient ook zij een plekje op dit (mama)blog. Het blog over mijn leven, want zij is immers een heel belangrijk onderdeel van mijn leven. Onze dochter, ons sterkste meisje, zoals we haar noemen, kwam na een probleemloze zwangerschap, naar het leek gezond, ter wereld. Eindelijk hadden we ons gezinnetje, we waren intens gelukkig met dit puntgave meisje. Maar 16 uur na de bevalling werden wij helaas van onze roze wolk getrokken toen bleek dat onze lieve Jasmijn met spoed moest worden opgenomen op de NICU. Na overplaatsing naar een academisch ziekenhuis en een ECMO behandeling van twee weken, bleek dat zij leed aan de zeer zeldzame aandoening Alveolaire Capillaire Dysplasie (ACD). ACD is (nog) ongeneselijk en dus moesten wij de meest moeilijke beslissing nemen die we ooit in ons leven hebben moeten nemen. Precies 15 dagen na haar geboorte namen we afscheid van onze mooie Jasmijn en stierf zij in mijn armen. Zij heeft ons leven veranderd, onze kijk op de wereld, maar ook de manier waarop ik het ‘moeder zijn’ nu beleef.
#4 Ik heb 4 tatoeages (en er komen er binnen niet al te lange tijd nog meer bij)
4 stuks al, en ik ben er trots op! Ik wilde al tatoeages vanaf dat ik 14 jaar oud was. Nooit de ballen gehad om het daadwerkelijk te doen. Tot het moment dat ik zeker wist wat ik wilde, en waar! Toen zat de eerste er binnen no time. De aanleiding was misschien wat minder plezierig. Toen onze dochter 2 weken naar haar geboorte overleed wist ik namelijk; ik wil haar vereeuwigen op mijn lichaam. En dat deed ik. 3 van de 4 tatoeages die ik heb zijn zelfs ter ere van haar. De tatoeage op mijn bovenarm is de eerste die ik heb laten zetten. Naar een foto die is gemaakt op haar laatste dag, haar sterfdag. De foto waar zij mijn hand vasthoud. Dat moment, het moment dat ik haar voor het laatst vast had, dat wilde ik vereeuwigen; ‘ik laat jou nooit meer los’. De tweede tatoeage die ik liet zetten was het portret van onze zoon. Volledig gezond geboren en een evenbeeld van zijn grote zus. Zijn portret draag ik op mijn onderarm. Tatoeage nummer 3 is het portret van onze dochter, het evenbeeld van zoonlief dus. Haar portret draag ik op mijn andere onderarm, broer en zus naast elkaar. Tatoeage nummer 4 zit op mijn schouder en is een (kind)engel. De symboliek erachter behoefd denk ik geen uitleg. Tatoeage nummer 5 staat inmiddels ook gepland. Ik ben voornemens de 3 tatoeages die ik ter ere van ons engeltje heb laten zetten, uit te breiden met meer. En ook nummer 6, daar heb ik al ideeën voor. Maar wat dat wordt? Dat zal ik later nog wel eens verhullen.
#5 Ik ben een lijstjesmens
Lijstjes, lijstjes en nog eens lijstjes. Ik schrijf echt alles op. Van boodschappen tot schoonmaaklusjes. Mijn leven bestaat uit lijstjes. Ik maak zelfs lijstjes om lijstjes te maken. Noem het dwangmatig, noem het obsessief, ik vind het overzichtelijk en het geeft mij rust. Want op het moment dat het op (een van) mijn lijstje(s) staat, is het kruisje uit mijn kop. Fijn! En hoe lekker is het als ik iets kan doorstrepen van dat lijstje. Een tot do dat eindelijk gedaan is; DONE. Een to haal dat ik eindelijk in huis heb, CHECK! Super, ik kan echt voldoening halen uit het afstrepen van lijstjes. Meestal haal ik trouwens het einde van mijn lijstje niet. Alles afstrepen van mijn lijstje is mij nog nooit gebeurd. Waarom? Ik heb dan allang een ander lijstje gemaakt. Want een lijstje waar nog maar 1 dingetje op staat? Daar kan ik dan ook weer niet tegen. Dan MOET er een ander lijstje komen, gek hè?
#6 Ik ben allergisch voor zwembadvloeren
Nog zo’n eigenaardigheidje mijnerzijds. Ontzettend actueel ook nog, want vanmorgen heb ik weer eens een zwembad mogen bezoeken tijdens het peuterzwemmen (ontzettend leuk overigens, maar daarover meer in een ander blogje). Oh, oh, oh wat heb ik een HEKEL aan zwembadvloeren. Ik vind ze vies, ik kan er niets aan doen. Op het moment dat ik mijn sokken uittrek en de (in mijn ogen ranzige) ondergrond moet aanraken met mijn maagdelijke blote voetjes, spot ik al smerigheid. Haren, snot, losgeweekte pleisters en ander ondefinieerbaars, ik heb er een neus voor. Ik kan het ook niet negeren. Ik probeer het wel maar succesvol daarin ben ik nooit. Resulteert dus altijd in een wat krampachtig zwembad bezoek. Even voor de duidelijkheid; ik vind zwemmen super! Maar lopen aan de kant van het zwembad….? JAK! Ik heb dan ook het liefst slippers aan (en dan graag met een heule hoge plateauzool) of ik loop op mijn tenen. Niet geheel ongevaarlijk overigens want het glijgehalte wordt aanzienlijk verhoogd wanneer je op een natte, gladde ondergrond je voltallige gewicht moet dragen op slechts 10 teentjes. Maar, ik heb het glijgevaar er graag voor over.
#7 Ik ben bang voor spinnen
Stoer, onverschillig en een bikkel. Ik ben niet gauw bang en loop rustig in mijn eentje, in het donker of op plekken waarvan een ander misschien zou zeggen ‘zou je dat wel doen?’ Ik heb een harde buitenkant maar ben eigenlijk nogal een zacht eitje vanbinnen. Zo ben ik, zoals zo veel mensen/vrouwen in Nederland, tamelijk bang voor spinnen. Alles wat 8 poten heeft en enigszins lijkt op een spin spot ik al van mijlen ver. Deze angst is ontstaan in mijn jeugd vermoed ik. Of het waar is weet ik niet maar ook mijn moeder is geen fan van de 8-potige kruipsels en aan boord van het schip waar ik vroeger ben opgegroeid (mijn ouders zijn binnenvaartschippers) waren spinnen onvermijdelijk. Met enige regelmaat moesten wij over schepen of in ladders klimmen om ergens aan vaste land (‘de wal’, zoals we dat aan boord noemden) te komen. Schepen en ladders die vol hingen met aangewaaide 8-potertjes en die webben spanden tussen alle kieren en gaten die je je maar kunt bedenken (een schip heeft er heel wat meer als een huis, kan ik je vertellen). Afijn, gewapend met mijn dappere vader voorop, liepen mijn moeder en ik dan in een rijtje achter hem aan. Mijn vader die de weg zoveel mogelijk web- en spinvrij maakte. Maar helemaal spinvrij dat lukte niet altijd. Soms was het te donker of waren het er gewoon teveel (bovendien zag mijn vader niet in waarom we in vredesnaam zo bang waren voor dit kleine kruipsul). En dit resulteerde dus wel eens in een onverwachte en onplezierige ontmoeting met een 8-potige mede-aardbewoner die vlak voor mijn neus bungelde. JAIKS. Of dit er aan ten grondslag ligt? Geen idee, maar tot op de dag van vandaag ben ik nog steeds bang voor spinnen. Ik heb er antennes voor en zie ze werkelijk overal. Toch probeer ik mijn angst langzaamaan te overwinnen. Ik ben al zover dat ik de kleine spinnetjes zelf durf te pakken (mijlpaal!). Maar die grote, zwarte kruipers die als een malle door je woonkamer rennen op de momenten dat je het niet verwacht? Of de fijne vrienden die vanuit onze kruipruimte soms zomaar ineens op de muur achter de bank omhoog klimmen? Die ga ik nog steeds uit de weg!
#8 Ik heb last van ‘trekdrang’
Een eigenschap die manlief nogal eens tot wanhoop drijft. Want de boel verschuift nog wel eens in huize Roelina’s. Ik heb namelijk de neiging eens in de zoveel tijd onze huisraad weer eens drastisch om te gooien. Of het nu in de kasten is of in de woonkamer itself, het staat geen maand hetzelfde. Verandering van spijs doet wonen namelijk. En soms ben ik gewoon toe aan iets nieuws. Een nieuwe indeling, een nieuw meubeltje, een nieuwe kleur, of nieuwe accessoires. En ook in mijn kasten verplaats ik dus met enige regelmaat de handel. Dan heb ik ineens het idee gekregen dat het meer logisch kan. Want tja, de borden op die plek is toch niet handig? Hup, dan ruim ik mijn kasten op en deel ze anders in. Resultaat is een mopperende partner die weer eens iets niet kan vinden. Gelijk heeft hij hoor, maar ik kan er nou eenmaal niets aan doen, dat is de aard van het beestje.
#9 Ik heb een opruimtic
Ik ben geen enorme poetser hoor, zo erg is het niet. Ook bij mij vindt je randjes stof op de schilderijtjes. Maar rommel? Daar ben ik allergisch voor. Een opgeruimd huis daar hou ik van. Nu is het zeker niet leeg bij mij in huis. Want het staat vol met spulletjes en accessoires. Maar dat is in mijn ogen natuurlijk geen rommel. Dat maakt mijn huis juist gezellig, persoonlijk. Rommel is voor mij rondslingerende spullen die niet op hun plek staan. Uitgetrapte schoenen, jassen die niet aan de kapstok worden gehangen, losse papiertjes of andere prullaria op tafel en ja, ook dat, rondslingerend speelgoed. Met twee boxers in huis (en een mand vol hondenspeelgoed), een dreumes, en een partner die absoluut geen moeite heeft met rommel, is het soms ruimen tegen de klok. Toch blijf ik het doen en als een razende opruimroeland door mijn huis gaan. Want een opgeruimd huis, betekent voor mij een opgeruimd hoofd.
#10 Ik mag graag zuchten, kreunen en steunen
Een dag niet geklaagd is een dag niet geleefd zeg ik altijd. Ik mag dan ook graag zuchten, steunen en kreunen. Dit klinkt natuurlijk niet heel leuk in de omgang, maar gelukkig heb ik vriendjes en vriendinnetjes om mij heen verzameld die enigszins dezelfde tic hebben als ik (en dat samen maakt een leuke klaagzang kan ik je vertellen). Niet dat ik nooit positief ben ingesteld hoor, maar bij mij is meestal het glas half leeg in plaats van halfvol. Zo bemerk ik altijd wel ergens of aan iemand een negatief punt. Dat ik al dan niet deel met de medemens om mij heen. Het is een soort beschermingsmechanisme dat ik mijzelf heb aangeleerd. Zo van; ‘dan valt het altijd mee’. Soms word ik gek van mezelf, maar soms kan ik er ook weer smakelijk om lachen. Ga ik bijvoorbeeld met een van mijn klaagvriendinntjes een dagje uit? Dan ‘zeiken’ we eerst eens goed de boel af, om daarna samen lekker te gaan genieten!
Lees ook: 10x ‘wat je (nog) niet wist over mij’: het vervolg
Zo, dat was mijn lijstje met 10 x dingen die je misschien nog niet van mij wist. Afgezien van dingen die je hier al kon vinden op mijn blogje natuurlijk (zoals mijn liefde voor shoppen, mijn hobby om de creabea uit te hangen en mijn liefde voor dieren). Leuk om te maken zo’n lijstje, maar ook best moeilijk. Want ‘met de billen bloot’ is soms best confronterend. Hoe ziet jouw lijstje eruit?